De
mijn gaat dicht!
korte
inhoud en achtergrond.
De
oude mijnstreek kent een uitgebreide schat van anecdotes en vertellingen
over de mijnbedrijf. Veruit de meeste van deze verhalen kwamen niet
verder dan de mondelinge overlevering; een klein aantal bereikte de
stencilvorm en een nog kleiner aantal werd ooit vastgelegd in boeken.
Geen van die verhalen die ik hoorde of las, geven, behalve dan in de
vakliteratuur, een beeld van hoe een toenmalig modern mijnbedrijf georganiseerd
was en dagelijks draaide. Van een mechanisch uurwerk kan een leek de
werking volgen van de gewrichten, via de slinger, raderen, rondsels,
nokken, hefbomen en wijzers tot aan klokslag twaalf uur toe. Op vergelijkbare
wijze is in het boek De Mijn Gaat Dicht! getracht op de werking
van de Staatsmijn Maurits, althans de voornaamste onderdelen van dit
bedrijf, aan de belangstellende leek duidelijk te maken. De lezer maakt
dan kennis met de staatsmijn Maurits in haar jaren van grootste bloei
(rond 1960). Daarna volgden er jaren van achteruitgang en verval tot
aan de droevige sluiting van het bedrijf 1967. Met lede ogen heb ik
het verval van dit eens machtige bedrijf van nabij meegemaakt. Voortdurend
vroeg ik mij zelf af waarom de in dit bedrijf en de beide cokesfabrieken
Emma en Maurits nog talloze aanwezige mogelijkheden tot een nog jaren
lange onafhankelijke voortzetting door de Hoofddirectie van de Staatsmijnen
opzettelijk zijn miskend en afgewezen? Het lot van de staatsmijn Maurits
mag als voorbeeld gelden voor de onverantwoord snelle sluiting van alle
mijnbedrijven in Zuid Limburg. Deze snelle sluiting berokkende de Nederlandse
economie grote schade en wat veel erger is, leidde tot een zinloze en
blijvende sociale ontwrichting van bijna geheel Limburg. Het boek De
Mijn Gaat Dicht! is ook bedoeld als eresaluut aan diegenen die hun
beste jaren aan de mijnarbeid gaven, waarvan vele in verdrietige omstandigheden
hun loopbaan moesten zien uit te zingen.
